Hertzirradiatie

 
Telecommunicatie, radiofrequentie en
microgolven
 

Hoe de GSM stiekem uw gezondheid gijzelt

 

Technische, pathologische en fysiologische aspecten
in theorie en in praktijk

 

Dit document werd opgesteld voor
TESLABEL Coordination a.s.b.l.

 

VOORAFGAANDE NOTA

 

Om deze studie tot stand te brengen werden verscheidene informaties geconfronteerd en werd er een parallel tussen getrokken. De inlichtingen werden uit verscheidene publikaties gehaald door:

 

 

EMFACTS INFORMATION SERVICE
(P.O. BOX 96, NORTH HOBART, TASMANIA 7002, AUSTRALIA)

 

 

onder de titel:

"MOBILE PHONES AND THEIR TRANSMITTER BASE STATIONS"
"THE EVIDENCE FOR HEALTH HAZARDS"
(a Local Government and Community Resource Document Produced with the Assistance of the Australian Democrat Senator Robert Bell).

 

Nadere referenties van de vermelde publikaties vindt men in de tekst zelf.

 

* * * * * *

 

Deze studie werd verwezenlijkt door Jean-Claude Favresse, Civiel-Ingenieur, in het kader van zijn samenwerking met de v.z.w. Efelia en met de medewerking van Benoît Louppe.

 

* * * * * *

 

"Men moet er elke uitvinding van verdenken een mogelijk risico voor de gezondheid in te houden zolang het tegenbewijs niet geleverd is."

Dr. Edward Howell

 

 

* * * * * *

 

 

Inleiding

Het doel van deze studie bestaat erin de gevolgen voor de gezondheid van telecommunicatiestralingen te evalueren, en meer bepaald die van de mobilofoonnetwerken (GSM). Het is dus logisch te beginnen met het meten van het energetisch niveau van natuurlijke stralingen die met hetzelfde frequentiespectrum overeenstemmen. Daarna moet men nagaan hoe het staat met de kunstmatige stralingen van de telecommunicatie. De vergelijking tussen die twee niveaus is reeds vanzelfsprekend, maar het zijn de epidemiologische en de klinische studies, en al de feiten die men daardoor kan vaststellen, die ons in deze studie moeten leiden en die het ons mogelijk moeten maken eventuele limietwaarden te bepalen, die niet overschreden mogen worden zonder de gezondheid van levende wezens op verschillende niveaus in gevaar te brengen.

Wat vooraf in herinnering moet gebracht worden

De relatie tussen de frequentie, de golflengte en de transmissiesnelheid van een golf is de volgende:

n = c/l of c = n.l

waarin l de golflengte (in meters) is, n de frequentie (in Hz, of cyclus/seconde) en c de transmissiesnelheid van een golf (in meters/seconde).

In het geval van de elektromagnetische golven, is c de lichtsnelheid die 3.108m/sec (in het luchtledige) bedraagt, of 3.105 km/sec.

Aangezien de waarden van de gebruikte getallen in dit domein extreem zijn, is het noodzakelijk veelvouden en factoren te gebruiken; men gebruikt volgende afkortingsprefixen:

f = femto = 10-15, p = pico = 10-12, n = nano = 10-9

m = micro = 10-6, m = milli = 10-3

K = kilo = 103, M = mega = 106, G = giga = 109

 

Grootheden en eenheden die voortdurend in deze studie gebruikt worden

Laten we eraan herinneren dat de arbeid zich in Joule (J) uitdrukt en de kracht, die de geleverde of verspreide energie per eenheid van tijd is, in Watt (W). Dus is 1W = 1 J/s.

Krachtdichtheid :

De krachtdichtheid van een straling is de dosis kracht die (loodrecht) door een gegeven plat vlak dringt, per eenheid van die oppervlakte en per eenheid van tijd. Ze wordt uitgedrukt in W/m2 of in W/cm2. Daar de m2 in deze studie weinig praktische betekenis heeft, zullen we de W/cm2 als basiseenheid gebruiken;
1W/cm2 = 104 W/m2 of 10000 W/m2

De meest praktische factor zal hier de mW/cm2 (microwatt per cm2) zijn, die 1.10-6 W/cm2 is.

Dus is 1 mW/cm2 = 0,01W/m2 (= 1 10 -2W/m2)

Specifiek absorptiegehalte:

Men moet ook rekening houden met de absorptiegraad van deze energie door levende weefsels (dierlijke en menselijke). Die wordt volgens overeenkomst uitgedrukt in SAR ("specific absorption rate") in het Engels; dit specifiek absorptiegehalte van energie wordt uitgedrukt in W/kg, dat wil zeggen in geabsorbeerde W per kg levend weefsel. (Indien men rekening houdt met de tijdsduur,verkrijgt men de specifieke geabsorbeerde energie, die wordt uitgedrukt in J/kg).

Verhouding tussen krachtdichtheid en specifiek absorptiegehalte:

In de praktijk, en volgens Don Maisch (op 10 oktober 1996 gepubliceerd door EMFacts Information Service, P.O.Box 96, North Hobarth 7002, Tasmania, Australia), kan de verhouding tussen die twee soorten eenheden op de volgende wijze uitgedrukt worden:

1mW/cm2 komt ongeveer overeen met 4.10-4 W/kg = 4.102 mW/kg voor de frequentie van 9.102 MHz.

 

* * * * * * * *

 

 

DE HUIDIGE SITUATIE VOOR DE ZAKTELEFOONGEBRUIKERS...
EN VOOR DE ANDEREN

Laten we eerst en vooral de essentiële resultaten van de studie van Neil Cherry samenvatten (Background Black Body Radiation in the radiofrequency/microwave spectrum) ( Climate Research Unit, P.O. Box 84, Lincoln University, New Zealand; Fax : 00-64-3.325.38.45).

De natuurlijke irradiatie tussen 1 MHz en 3.105 MHz bereikt bijna 0,25 mW/cm2, maar is tot meer dan 99,996% geconcentreerd wat de hyperfrequenties betreft die zich tussen 1.104MHz en 3.105MHz bevinden. Voor 900 MHz (frequentie van de elektromagnetische golf met hoge frequentie van de GSM), bereikt de natuurlijke irradiatie 4,45.10-4 pW/cm2 , hetzij nauwelijks een 0,5 miljardste van een mW/cm2, indien men een bandbreedte aanneemt van 20 MHz (dus: van 890 à 910 MHz).

De zaktelefoongebruiker incasseert gedurende een telefoonverbinding een krachtdichtheid voor deze golven van 1.103 tot 2.103 mW/cm2...

Volgens researchwerk van Y. Rahmat’sami, professor elektriciteit, en M.Henson, aan de UCLA (University of California, Los Angeles), worden 48 à 68% van de kracht die uitgestraald wordt door de antennevan een zaktelefoon door het hoofd en de hand van de gebruiker geabsorbeerd. Natuurlijk ligt de irradiatie van de gebruiker het hoogst tijdens de telefoonverbinding: het toestel (en vooral de antenne) is zeer dicht bij de hersenen, de oren en de ogen. Een recente advertentie van de firma HAGENUK is in dit opzicht zeer onthullend: men erkent er de mogelijke gevaren van deze irradiatie in; om daar (voor 90%) aan te voorkomen, stelt het merk een afscherming voor tussen de antenne en het hoofd van de gebruiker.

Men moet niet uit het oog verliezen dat het toestel, tenzij het uitgeschakeld is, voortdurend uitstraalt, om de eenvoudige reden dat het in staat moet zijn een oproep naar zijn gebruiker te kunnen opsporen. Deze detectie, zoals trouwens ook de transmissie van de verbindingen, gebeurt via signaalapparatuur, ook "basisstations" genoemd. Deze basisstations hebben een beperkte ontvangstzone die zich elk in een straal van 5 à 20 km uitstrekt, gemiddeld een tiental km op het platteland maar van 2 à 3 km in een bebouwde kom. Deze zone wordt een "cel" genoemd. Het hele grondgebied waarop de verbindingen onderhouden moeten worden, moet door een ononderbroken netwerk van zulke cellen voorzien worden. Vandaar de benaming van "cellulair netwerk". Indien deze continuïteit niet verzekerd is, kan de transmissie van de telefoonverbindingen ook niet gewaarborgd worden. We herinneren eraan dat GSM de afkorting is voor "Global System for Mobile communication".

Elk van deze basisstations bestaat uit een aantal antennes (waarvan de lengte natuurlijk evenredig is met de gebruikte golflengte: 0,33 m) bovenaan een pyloon geplaatst die 25 à40 m hoog kan zijn. De stralingskracht is rondom en nabij de 50 W.

 

Hoe meer men beroep doet op het netwerk, hoe belangrijker de straling (van 900 MHz) van deze basisstations is. Deze rondstralende uitzending treft alle personen die zich in haar bereik bevinden, of ze nu over een ontvangtoestel beschikken of niet. Wat het publiek betreft dat niet over een GSM beschikt, is de straling natuurlijk veel diffuser dan bij de gebruiker die ze door middel van zijn eigen toestel ontvangt. De vraag is nu: vanaf welke afstand is de straling van een basisstation niet schadelijk meer? We zullen daar aan het einde van deze studie op antwoorden, en dit voor zover de huidige beschikbare gegevens het toelaten.

Het is eerst en vooral fundamenteel, duidelijk te bepalen wat deze hinder kan zijn. Statistieken zeggen niet alles. Een zekere kans op hoofdpijn heeft helemaal niet dezelfde betekenis als dezelfde kans kanker te ontwikkelen. Vervolgens moet men nauwkeurig de tijdsduur van de blootstelling aan de hertzirradiatie bepalen, evenals de aard ervan: ononderbroken, gemoduleerd wat amplitude of frequentie betreft, gepulseerd ... ( De modulatie van de impuls bestaat uit korte, opeenvolgende onderbrekingen van de elektromagnetische golf met hoge frequentie, in functie van de variaties van het signaal, die op digitale wijze veroorzaakt worden : dit is het geval voor de GSM). Indien zekere irradiaties misschien tijdelijk aanvaardbaar zijn, zullen we zien dat dit niet geldt voor voortdurende stralingen die personen (of dieren) dag en nacht treffen, en dit zelfs in betrekkelijk geringe dosissen.

Men beschouwt, anderzijds, dat een impuls van meer dan 1.103 mW/cm2 ( = 1.106 mW /cm2), zelfs van korte duur, altijd schadelijk is voor de gezondheid.

De reeds gepubliceerde studies over dit probleem, - een beetje overal ter wereld maar klaarblijkelijk vooral in Australië, Nieuw-Zeeland, de Verenigde Staten, Duitsland en Zweden - zijn erin geslaagd zekere aspecten duidelijk af te bakenen, en wat de andere betreft, angstwekkende hypothesen onder woorden te brengen, waarvan de juistheid natuurlijk nog vastgesteld moet worden. Er blijft dus nog aardig wat werk voor de boeg vooraleer men zal kunnen beweren dit onderwerp te beheersen. Dit laat nochtans niemand toe de resultaten van deze studies te ontkennen, met het voorwendsel dat ze nog zeldzaam of onvolledig zijn. Het is al even onwetenschappelijk een hypothese te ontkennen die noch bevestigd noch nietig verklaard werd door proefnemingen. Nochtans zijn de betrokken industrieën gewoon zulke logische aberraties te verspreiden. Het is waanzinnig producten op de markt te brengen waarvan men slechts naderhand de mogelijke gevaren gaat bestuderen. Dat doen echter de industriëlen in kwestie. Het is precies alsof een farmaceutische firma een geneesmiddel op de markt zou brengen alvorens er de onschadelijkheid van na te gaan...

Naar alle waarschijnlijkheid, komt deze reticentie om perverse effecten van de microgolven te erkennen vooral van de Verenigde Staten. In het kader van de "koude oorlog", heeft deze machtige staat zeer geavanceerde bewakings- zo niet beschermingssystemen ontwikkeld die op verscheidene soorten hertzgolven berusten, waarvan het radarsysteem slechts het meest bekende aspect is. Het Amerikaanse leger wil in geen geval dat beperkende normen die "eisen van de nationale veiligheid" opnieuw ter discussie zouden stellen.

Maar er bestaat een sterk microgolfeffect dat geen enkele wetenschapper ontkent: het gaat om het warmte-effect, de verwarming van de weefsels door de verspreiding van de uitgestraalde energie. Het is juist dat effect dat geoptimaliseerd werd op 2450 MHz en dat nu gebruikt wordt in de "microgolfovens". (Deze zijn trouwens ontstaan na klinische waarnemingen bij Amerikaanse soldaten die belast waren met het onderhoud en het gebruik van radars in de jaren 40...). Dit thermisch effect is nu goed gekend en de algemeen aanvaarde normen, wat de stralingsdosissen van microgolven betreft, zijn ruim voldoende om het te vermijden. Maar dat wil niet zeggen dat de perverse gevolgen van microgolven alleen van thermische aard zijn. Men heeft inderdaad andere kwaadaardiger effecten kunnen vaststellen bij veel zwakkere dosissen. Het zijn juist die effecten die door sommigen apriorisch ontkend worden omdat ze te verstorend zijn.

Wanneer men het belang kent van de elektrische polarisatie van de celmembranen van levende wezens (om dan maar niet te spreken over die van intracellulaire membranen zoals bijvoorbeeld de mitochondriale) en de manier waarop die polarisatie verschilt in zenuw- en spiercellen, wanneer men de typisch solenoïdale spiraalvormige structuur van de chromosomische DNA kent, wanneer men de subtiliteit van de enzymprocessen of van de intracellulaire osmose kent..., is het niet moeilijk zich de mogelijke invloed in te beelden van de fluctuatie van de elektrische en magnetische velden waaruit een elektromagnetische golf bestaat. In zekere gevallen is die invloed tastbaar, zoals we het verder zullen zien. Het gaat er nu natuurlijk om die gevallen nauwkeurig te beperken.

 

PATHOLOGIEËN IN VERBAND MET MICROGOLVEN

Pathologische effecten die bij bovenmatige blootstelling aan microgolven vastgesteld werden in het kader van telecommunicaties zijn talrijk en bijzonder ernstig. We moeten nu in cijfers omzetten wat men met "bovenmatig" bedoelt. De verscheidene rapporten of studies die daaromtrent verschenen, stemmen ruimschoots met elkaar overeen.

a) Laten we eerst en vooral een blik werpen op het standpunt van de CSIRO (Commonwealth Scientific and Industrial Researh Organisation).

In dit rapport maakt men zich ware zorgen, aangaande de risico’ s voor de gezondheid, in geval van een langdurige blootstelling, zelfs aan zwakke intensiteitsniveaus. De effecten die vastgesteld werden zijn voornamelijk : de proliferatie van kankerachtige cellen, vooral van leukemie, borstkanker en hersentumors, weefseldegeneratie van het netvlies, het hoornvlies en het regenboogvlies van het oog (vooral bij personen die aan glaucoom lijden en die oogdruppels op basis van Tymolol gebruiken), wijzigingen in de scheikunde van de hersenen en van de efficiëntiegraad van drugs (die te wijten zijn aan de steeds grotere doorlatendheid van de hemato-encefalische barrière (verlies) ) en een verslechtering van de leerprocessen en het geheugen (wat de installatie van basisstations in de nabijheid van scholen bijzonder catastrofaal maakt...). Men moet hier de nadruk leggen op het feit dat kinderen veel gevoeliger zijn dan volwassenen aan de perverse effecten van radiofrequenties, en dit nog meer in hun prille jeugd.

Zeer zwakke stralingsdosissen door hoogfrequenties (die duizenden keren lager liggen dan de "veiligheidsdrempels" van de Amerikaanse en Australische normen!) hebben kankers en aangeboren afwijkingen bij proefdieren veroorzaakt .

Een gepulseerde irradiatie op een zeer laag niveau, zoals dat van 0,02 mW/cm2, heeft aangetoond dat ze dusdanig invloed uitoefent, dat ze zelfs de verhoging van de hoeveelheden melatonine in het lichaam (wat normaal ‘s nachts gebeurt) afschaft. Dat hormoon heeft in heel het lichaam een aanzienlijke beschermende functie tegen kanker en het lijkt dat de afschaffing ervan een grotere vatbaarheid voor een hele reeks kankers met zich meebrengt, vooral voor borstkanker.

Het rapport van de CSIRO vermeldt ook veranderingen van het bloedvormend systeem, van het immuniteitssyteem, alsook genetische gevolgen.

Dit rapport is op aanvraag te verkrijgen bij de SMA (Spectrum Management Agency): CSIRO REPORT ON THE STATUS OF RESEARCH ON THE BIOLOGICAL EFFECTS AND SAFETY OF ELECTROMAGNETIC RADIATION: TELECOMMUNICATIONS FREQUENCIES, June 1994, prepared by S.B. Barnet Ph.D., Ultrasonics Laboratory, Division of Radiophysics, CSIRO, 126 Greville Street, Chatswood 2067, AUSTRALIA. Fax: 00-61-6-2565200.

b) De verklaringen van Dr. A.Michrowski (Wereldorganisatie voor een Milieuvriendelijke Energie).

Dr A.Michrowski, voorzitter van de Wereldorganisatie voor een Milieuvriendelijke Energie, die in Canada gevestigd is, heeft op een bijeenkomst in Adelaïde (Australië) verklaart dat, na metingen (in de orde van 15 à 45 mW/cm2) op 250 m van een basisstation, de gemeten intensiteiten "hoog genoeg lagen om de telling van rode bloedlichaampjes te beïnvloeden, alsook de cellulaire structuur, de hemoglobine, de stofwisseling in het algemeen... en dat ze op lange termijn (door een cumulatief effect) het immuniteitssysteem en het absorptieniveau van geneesmiddelen konden beïnvloeden... Volgens onze ervaring, is het duidelijk dat het onverstandig zou zijn basisstations op te bouwen op plaatsen waar een menselijke bevolking langdurig vertoeft, of het nu om scholen of doodeenvoudig om woningen gaat".

c) De verklaringen van Prof. Ivan L. Beale (Universiteit van Auckland).

Ivan L. Beale, van de psychologische afdeling van de Universiteit van Auckland, trekt de aandacht op het feit dat "de biologische processen minder gevoelig zijn voor ononderbroken of in frequentie gemoduleerde golven dan voor gepulseerde of in amplitude gemoduleerde golven". Ook hij vestigt er de aandacht op dat een chronische blootstelling aan microgolven "de incidentie van lichamelijke symptomen kan doen stijgen zoals hartziekten, kanker, aangeboren afwijkingen, miskramen, geheugenstoornissen en opaciteit van de kristallens". "De subjectieve symptomen bevatten neurasthenie, hoofdpijnen, prikkelbaarheid, slaapstoornissen en vermindering van het concentratievermogen".

Zijn rapport,"Biological effects of weak radio-frequency radiation : with special reference to cellular telephone transmitter installations", is te verkrijgen bij EMFacts, P.O.Box 96, North Hobart, Tasmania 7002.

d) De verklaringen van Prof.Neil Cherry (LincolnUniversiteit,Christchurch)

Pr. Neil Cherry, die reeds in het begin van deze tekst vermeld werd, heeft op 17 april 1995 een zeer goed gedocumenteerd rapport gepubliceerd onder de titel "Potential and actual adverse effects of cellsite microwave radiation". (Verkrijgbaar in het Frans: TESLABEL, a.s.b.l. onder de titel "Effets nocifs potentiels et réels des rayonnements de radio-frequences - micro-ondes des stations de téléphones cellulaires").

Neil Cherry die doctor in natuurkunde is, heeft zich gespecialiseerd in de fysica van de vaste toestanden en in de fysica van de atmosfeer en bestudeert de effecten van het klimaat op het metabolisme en op de hersenen; zo heeft hij niet alleen de invloed van de microgolven op de kristallen kunnen onderzoeken, maar ook de resonantie-effecten op biologische verschijnselen; hij is lid van een reeks wetenschappelijke organisaties waarvan de Internationale Vereniging voor de Epidemiologie van het Milieu (International Society of Environment Epidemiology : I.S.E.E.).

Meteen in het begin al schrijft hij : "Zeer veel mensen hebben hun bezorgdheid uitgedrukt wat betreft de ware of mogelijke schadelijke effecten op de gezondheid, indien men in de nabijheid van een basisstation leeft of werkt die voortdurend zeer zwakke gemoduleerde microgolven uitstraalt".

Verder schrijft hij nog: "Dit rapport maakt enkel gebruik van inlichtingen die onder een internationale wetenschappelijke controle gepubliceerd werden, tenzij het gaat om niet-gepubliceerde inlichtingen die ik heb kunnen controleren met de auteur van het onderzoek dat er betrekking op had. In de mate van het mogelijke, heb ik ook de geloofwaardigheid en de reputatie van de vorsers gecontroleerd die bij het debat betrokken waren...".

In zijn aanbevelingen, legt hij de nadruk op de schadelijke gevolgen , voor de menselijke gezondheid, van het cumulatieve effect van een ononderbroken gepulseerde straling van microgolven, zelfs op een zwak niveau, zoals die van basisstations, daar hij een veel hoger percentage leukemieën , miskramen en teelbalkankers heeft kunnen vaststellen, alsook een vermindering van het prestatievermogen van het immuniteitssysteem.

Hij vermeldt het rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO): "Environmental Health Criteria 137 : electromagnetic fields" (1993) : "Er bestaat een aanzienlijk aantal gegevens die de biologische antwoorden in vitro beschrijven op RF (radiofrequentie) stralingen in amplitudemodulatie, die te zwak zijn om thermische fenomenen te veroorzaken. Zekere studies beschrijven effecten na blootstellingen van SARs die lager liggen dan 1.10-2W/kg en die vooral plaatsgrijpen in de "vensters" van de amplitudemodulatie (gewoonlijk onder 100 Hz)..." (terwijl de westerse normen, zoals die van het ANSI (American National Standards Institute) of die van de IRPA (International Radiation Protection Association), een veiligheidsdrempel van 4W/kg voorzien...).

Neil Cherry vermeldt een opheldering van Prof. Goldschmith (Israël) aangaande de beruchte zaak van de irradiatie van het personeel van de Amerikaanse ambassade in Moskou. Die irradiatie bestond waarschijnlijk sinds 1953; men werd er zich van bewust in het begin van de jaren 60. Laten we hier Cyril W. Smith en Simon Best aanhalen in "L’homme électromagnétique" (Ed. Encre, Paris, p. 213) : "Van augustus 1963 tot mei 1975, schommelde de frequentie tussen 2,56 en 4,1 GHz, en de intensiteit was stabiel bij ongeveer 5 mW/m2 op het meest blootgestelde punt van de bundel. Er verschenen twee supplementaire stralen, de ene in januari 1973 en de andere in augustus 1975, die zich bijna alle dagen handhaafden en die de intensiteit soms tot 18 mW/cm2 deden stijgen. Toen het beschermingssysteem in februari 1976 geplaatst werd, daalde die tot ongeveer 2 mW/cm2, niveau waarop ze zich handhaafde tot alle irradiatie plots in januari 1979 verdween, om zeer kortstondig weer in 1983 te verschijnen... en vervolgens nog een beetje in maart 1988. In de veronderstelling dat de bedienden 40 uur per week in de ambassade aanwezig waren, mag men eruit afleiden dat ze een gemiddelde irradiatie hebben ondergaan van 1 mW/cm2, en soms tot 4 mW/cm2.

Drie achtereenvolgende ambassadeurs stierven aan kanker... Maar professor. Goldschmith vestigt er de aandacht op dat het interessant was de algemene toestand van het personeel van de ambassade gade te slaan. Alle personeelsleden van de ambassade vertoonden een statistisch veelbetekenende verhoging van het aantal witte bloedlichaampjes, en ook van de monocyten (verdrievoudigd!), en een daling van het percentage neutrofylen dat later weer steeg terwijl het aantal lymfocyten daalde. Men merkte een verhoging van het aantal sterfgevallen door kanker (15 van de 31 vrouwen van het personeel), waaronder leukemieën, kanker van de geslachtsorganen bij de vrouwen en ook kanker bij de kinderen. Een abnormaal hoog percentage van deze kinderen leed aan bloedarmoede. Vergeleken met het gemiddelde van de Amerikaanse bevolking lag het aantal kankerachtige cellen bij de personeelsleden van deze ambassade 5 à 1,5 hoger.

Neil Cherry vermeldt ook een Chinese studie (W. Shao Guang et al.) die aantoont dat, voor een getuigegroep waarin het neurastheniesyndroom 5,3% van de gevallen vertegenwoordigt, dit syndroom 38,3% van een groep treft die aan een voortdurende irradiatie onderworpen is en 40,2% van een andere groep die aan een gepulseerde irradiatie onderworpen is. Deze studie stelt bovendien ook functiestoornissen vast van het autonome zenuwstelsel in verband met het cardiovasculaire systeem, alsook een opaciteit van het achterkapsel van de kristallens die veel vaker voorkomt dan in de getuigegroep. De niveaus van de gammaglobulines IgG en IgM lagen eveneens onder het gemiddelde.

Deze Chinese studie moet in verband gebracht worden met een andere, die in Engeland en in Wales verwezenlijkt werd en die een verhoging van de zelfmoorden vaststelt bij beroepsmensen die met elektriciteit te maken hebben (in het bijzonder met radar en radio), in een verhouding van 1,5 à 2,5, naargelang hun functie.

Neil Cherry doet opmerken dat reeds in 1953 John Mc Laughlin, die toen consulterend geneesheer was bij de "Hughes Aircraft Corporation", gevallen van huidbloeding, leukemie en cataract vermeldde, alsook hoofdpijnen, hersentumors, geelzucht en hartproblemen , als mogelijke gevolgen van microgolven.

De Amerikanen hebben deze studies weinig voortgezet, in tegenstelling tot de Russen die ze systematisch doorgevoerd hebben. Één van die studies werd samengevat in een rapport van de Wereldgezonheidsorganisatie. ("Environmental Health Criteria 16 : radiofrequencies and microwaves"). De auteur van dit rapport (Gordon, 1966) vermeldt klachten van subjectieve aard vanwege arbeiders wat betreft "hoofdpijnen, prikkelbaarheid, slaapstoornissen, zwakheid, daling van de sexuele activiteit, pijnen in de borst en een ondefinieerbaar gevoel van een wankele gezondheid". Verder vermeldt hij nog verscheidene andere vaststellingen, zoals bevende vingers bij gestrekte armen, acrocyanose, hyperhydrose, hypotonie, enz... De Russische studie heeft drie categorieën arbeiders bestudeerd, de eerste bestond uit personen die periodiek blootgesteld waren aan meer dan 100 mW/cm2 , de tweede uit personen die periodiek blootgesteld waren aan 10 à 100 mW/cm2 en de derde uit personen die voortdurend blootgesteld waren aan minder dan 10 mW/cm2; de studie betrof een duizendtal individuën die gedurende 10 jaar gevolgd werden. Zelfs de derde categorie heeft duidelijke symptomen vertoond, hoewel die gemakkelijk omkeerbaar leken. Geen wonder dat de U.S.S.R. 5 mW/cm2 als maximale blootstellingsnorm voor het publiek heeft aangenomen.

e) Wat ons een studie van Doull en Curtain (CSIRO) aanduidt

Een andere, veelbetekenende studie die veel resultaten heeft opgeleverd, werd opgesteld in januari 1994 door A.H. Doull (CSIRO, Health and Savety Adviser) en Dr C. Curtain (CSIRO, Honorary Research Fellow), onder de titel "A CASE FOR REDUCING HUMAN EXPOSURE LIMITS BASED ON LOW LEVEL, NON THERMAL, BIOLOGICAL EFFECTS" en is verkrijgbaar aan volgend adres: Sutherland Shire Environment Centre Inc., EMF Committee, P.O. Box 589, Sutherland NSW 2232 Australia.

Deze studie vermeldt ook de zaak van de Amerikaanse ambassade in Moskou en maakt gewag van een paar ontdekkingen van Russische vorsers waarop we verder zullen terugkomen. Als gevolgen van elektromagnetische velden voor de gezondheid, vermeldt ze : lichamelijke en geestelijke verzwakking, genetische veranderingen, verslechtering van het werkvermogen (bij 10 mW/cm2!), verhoging van hersentumors, leukemieën, letsels aan de teelballen, vermindering van de vruchtbaarheid, functionele stoornissen van de gonado-hypofysaire as (zowel bij vrouwen als bij mannen vastgesteld), enz... Men heeft een verband kunnen leggen tussen vaders die aan irradiaties van radiofrequenties blootgesteld werden en hun mongoloïde kinderen.

De blootgestelde personen beginnen te klagen over vermoeidheid, prikkelbaarheid, ongerustheid en geheugenverlies. Daarna worden de symptomen ernstiger : chronische zwakheid, angina pectoris, slagaderlijke bloeddrukverhoging, stoornissen qua controle van het hydrisch evenwicht en de lichaamstemperatuur, van de eetlust, de slaap en het endocrien evenwicht, en tenslotte hartziekten.

"En technicus uit New-York heeft ,na 13 jaar met radiofrequenties gewerkt te hebben, een belangrijke achteruitgang van zijn gehoor, zijn gezicht en zijn motorische coördinatie kunnen vaststellen; 3 jaar later is hij gestorven na afloop van een zeer pijnlijke lichamelijke en geestelijke degen eratie".

"Studies hebben aangetoond dat personen die blootgesteld zijn aan microgolven, gemiddeld driemaal meer kans hebben kanker te ontwikkelen, die vooral het verteerstelsel, de huid en nog meer het bloed- en lymfvatenstelsel aantast: het percentage leukemieën ligt zevenmaal hoger. Men stelt een sterk verband met de duur van de blootstelling vast".

"Een hoeveelheid microgolven van 0,5 Watt die een menselijk oog binnendringt kan er in korte tijd cataract veroorzaken..."

f) Een artikel van John A.G. Holt in de "Medical Journal of Australia", 1980

Laten we nog een veelbetekenend artikel vermelden dat reeds op 14 juni 1980 in "THE MEDICAL JOURNAL OF AUSTRALIA" verscheen. De auteur ervan is John A.G. Holt.

Hier volgt het essentiële van wat de epidemiologie betreft

"De milieuvervuiling door elektromagnetische golven is in 1899 in het noordelijk halfrond begonnen en heeft zich voor goed ontwikkeld vanaf 1920.

Toen de doctors H.J. Woodlife en L. Dougan de statistieken bestudeerden in verband met kanker in West-Australië, hebben ze een volledige verandering van de overlevingscurve van de patiënten vastgesteld in de loop van de overgang van de jaren 50 naar de jaren 60. Tussen 1951 en 1959, hebben 50% van de patiënten met chronische mergleukemie 55 maanden overleefd. Tussen 1963 en 1967 hebben 50% van die patiënten 21 maanden overleefd. Een factor heeft het normale proces van de ziekte tussen 1960 en 1962 moeten veranderen daar de therapeutische omstandigheden tussen 1950 en 1967 niet veel veranderd zijn. Drie krachtige televisiezenders werden in 1960-1961 in West-Australië geïnstalleerd en tegelijkertijd werd een internationaal vliegveld gebouwd met zijn krachtige radiozender, zijn radars en andere uitrustingen voor de telecommunicaties.

In Queensland lijkt het sterftecijfer te wijten aan een kwaadaardig melanoom in verband te staan met dergelijke veranderingen in dezelfde jaren ,toen de televisiediensten en andere krachtige radioverbindingsnetten geïnstalleerd werden.

Joines heeft aangetoond dat bij een frequentie van 27 MHz (Citizen Band o.a.), de verschillen in elektrische kenmerken tussen normale en kankerachtige weefsels (die we verder zullen verduidelijken) maximaal kunnen zijn. De "CB-radio" woede die zijn gebruikers intensief bestraalt, kan verantwoordelijk zijn voor enkele van de gevolgen die beschreven werden. De zwakkere weerslag van deze effecten in het tropische gedeelte van Queensland kan in verband gebracht worden met de dilutie van de elektromagnetische vervuiling die in dit gebied veel meer verspreid is.

De individuele toestellen voor telecommunicaties van 434 MHz zouden misschien nog ergere neveneffecten kunnen hebben.

Johnson bevestigt mijn waarnemingen van 1974 volgens dewelke uitzendingen op 434 MHz specifieke effecten hebben op kanker, die niets met "thermische" effecten te maken hebben. Men constateert een voortdurende en constante vermeerdering van het sterftecijfer dat aan borstkanker.te wijten is Dit stemt overeen met de overgang van de vervuiling door elektromagnetische golven van het type VHF (zeer hoge frequenties) naar het type UHF (ultra hoge frequenties) en met de bijkomende bestraling van heel het grondgebied door de telecommunicatiesatellieten...".

"Deze inlichtingen werden voorgesteld op het Internationaal Symposium voor de Biologische Gevolgen van Elektromagnetische Golven, dat in 1977 georganiseerd werd door de Internationale Vereniging voor Radiowetenschappen. Mijn artikel, "Effecten van elektromagnetische golven van 434 MHz op menselijke kankers" pleitte voor het toezicht op de vervuiling door radiogolven waarmee ook rekening moest gehouden worden in het kankeronderzoek".

g) Een conclusie van Prof. John R. Goldsmith (Israël)

Laten we besluiten met professor John R. Goldsmith, M.D., M.P.H. (Epidemiology and Health Services Evaluation Unit, Faculty of Health Sciences, Ben Gourion University of the Negev, P.O. Box 653, 84105 Beer-Sheva, Israël) : "Het is tot dusver duidelijk dat veranderingen in de bloedformule, een stijging van miskramen, genetische mutaties in de circulerende lymfocyten en het offensief van de kanker, vooral op de lymfocyten en de teelballen, zich bij personen kunnen voordoen die in grotere mate aan radars of andere microgolven blootgesteld zijn, wegens hun bezigheden in het leger, in een industrie of elders.". (Eubios Journal of Asian and International Bioethics 5, July 1995).

 

POGING TOT FYSIOLOGISCHE OPHELDERING

Men heeft in de vorige bladzijden kunnen vaststellen hoe dikwijls de mogelijkheid kanker te ontwikkelen ter sprake werd gebracht. Men zou dus kunnen denken dat de elektromagnetische vervuiling zich aan de oorsprong bevindt van zekere kankers. Dit is misschien niet uit te sluiten maar het is niet noodzakelijk juist. We weten nu dat veel kankers, veroorzaakt door de meest verscheidene redenen, onopgemerkt blijven omdat ze in toom gehouden worden door een immuniteitssysteem dat nog voldoende actief en waakzaam is. Het ontstaan van kanker betekent de productie van abnormale cellen. De ontwikkeling van die kanker betekent de verspreiding van die cellen. Die verspreiding wordt pas macroscopisch zichtbaar vanaf het ogenblik dat de natuurlijke immuniteitsverdedigingen van de persoon overweldigd zijn. Het werkelijke probleem is te weten te komen waarom de immuniteit, plotseling of geleidelijk, zijn natuurlijke vermogens verliest.

Elke natuurlijke of pathologische cellulaire vermenigvuldiging betekent een splitsing in tweeën van de chromosomen, wat een belangrijk mutageen risico inhoudt en waarvan men hoe langer hoe beter de regelende, verbeterende en stabiliserende mechanismen kent, die bijzonder precies en nochtans onvolmaakt zijn. De cellen die zich het meest vermenigvuldigen, zijn natuurlijk ook het meest onderhevig aan geïnduceerde afwijkingen. Dat is de reden waarom het beenmerg en het hele bloedvormende systeem, alsook het zenuwstelsel in de loop van zijn ontwikkeling, eerst foetaal en daarna in de prille jeugd, de kwetsbaarste mikpunten zijn van de meest verscheidene vervuilingen en vooral van degene die te wijten zijn aan elektromagnetische golven. En hetzelfde geldt voor de voortplantingscellen, die van nature zo’ n kwetsbaarheid vertonen. Geen wonder dat het hier dikwijls gaat over kanker van de teelballen en van de vrouwelijke geslachtsorganen.

We weten dat zelfs de fijnste celmembraan onderhevig is aan een elektrische polarisatie, rondom en nabij de 70 mV, die fundamenteel is voor het voortbestaan van de cel. Het zou verrassend zijn dat een zeer sterke elektromagnetische schommeling die polarisatie niet zou beïnvloeden. En het is nu duidelijk dat deze invloed doorslaggevend is.

a) Werking van radiofrequenties op de celmembranen en op het Ca 2+ ion

Men heeft sinds lang bewezen dat de elektrische polarisatie van de celmembraan te wijten is aan verschillen van ionische concentratie aan weerskanten van deze membraan. Het gaat vooral om het evenwicht natrium-kalium, maar andere ionen spelen ook een rol.

Maar, zoals Ivan L. Beale het in zijn reeds vermeld rapport uitdrukt : "Het meest gereproduceerde fysiologische effect van een blootstelling van menselijke of dierlijke cellen aan stralingen van zwakke radiofrequenties toont aan dat het vrijkomen van positieve calciumonen door de celmembraan systematisch verbonden is, zowel aan het intensiteit van het elektromagnetisch veld, als aan de frequentie waaraan het in amplitude gemoduleerd is. Men heeft aangetoond dat dit effect plaatsvond op specifieke absorptiegehalten (SAR) die zich tussen 0,02 W/kg en 0,05W/kg bevinden, maar enkel wanneer het veld in amplitude gemoduleerd is door frequenties die onder de 100Hz liggen. Er moet op gewezen worden dat de intensiteiten van de velden die op het spel staan ongeveer 100 maal zwakker zijn dan degene die door de westerse veiligheidsnormen voorzien zijn

Het is ook interessant te doen opmerken dat het vrijmaken van calciumionen (Ca2+) doorheen de celmembraan op zo’ n complexe manier afhangt van de intensiteit van de velden, van de frequentie van de golf en van haar modulatiefrequentie, dat men er geen eenvoudig oorzakelijk verband van het type "dosis/effect" kan uit afleiden, nog minder een evenredigheidsfactor en zelfs geen bruikbare normatieve

limietwaarden

b) Effecten van radiofrequenties op de functies van de hersenen en op het DNA

In verband hiermee, vervolgt het reeds vermelde rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (Environmental Health Criteria 137 : Electromagnetic Fields"): "Men heeft wijzigingen in het elektro-encefalogram van katten en konijnen vastgesteld, qua beweeglijkheid van het calcium in de hersenweefsels in vitro en in vivo, qua cytotoxiciteit van de lymflichaampjes in vitro en qua activiteit in vivo van een enzym dat bij de groei en de celdeling betrokken is".

En dit alles, eens te meer, voor een specifiek absorptiegehalte(SAR) van minder dan 0,01W/kg (zie vorig hoofdstuk).

Neil Cherry, die dit rapport citeert, besluit anderzijds een studie van de fysische karakteristieken van microgolven in hun wisselwerking met de materie en schrijft : "Men heeft aangetoond dat de organen van het lichaam (van volwassenen of kinderen) waarvan de afmetingen de halve golflengte benaderen waarvan hier sprake is (dus 16 à 17 cm voor de GSM), die microgolven meer absorberen dan grotere voorwerpen dat doen, dat de microgolven de moleculaire oriëntatie van asymmetrische moleculen wijzigen en dat vele proefnemingen op dieren biologische gevolgen in de hersenen aantonen, alsook effecten op het chemische activiteitsniveau van de cellen".

Nu moet er nog verduidelijkt worden wat er precies gebeurt wanneer de heroriënteerde moleculen (ja zelfs indien ze een moleculaire verschuiving ondergaan hebben) essentiële moleculen van de cellen zijn (van de hersenen bijvoorbeeld), in welke mate hun reactiviteit gewijzigd kan worden, en dit vanaf welke dichtheid van stralingskracht. Men beseft dat er nog enorm veel onderzoeken moeten gedaan worden, maar in de goede richtingen!

Het rapport van april 1995 van Neil Cherry werd reeds dikwijls aangehaald. Hier volgt nog het essentiële van een bijzonder interessante passage. "Ik ben in contact kunnen komen en heb kunnen corresponderen met Dr Lebrecht von Klitzing, hoogleraar aan de faculteit der geneeskunde van Lübeck (Duitsland). Ik heb zijn verklaringen kunnen controleren aangaande de wijzigingen van de encefalografie van zijn studenten heeft gemeten wanneer ze blootgesteld werden aan zeer zwakke irradiatieniveaus van gepulseerde microgolven".

"De intensiteitsniveaus waarvan hier sprake is bereikten geen 1 mW/cm2 in de hersenen van de studenten".

"Hij gebruikte een elektromagnetische golf met hoge frequentie van 150 MHz en op 217 Hz gemoduleerd".

"In een artikel in een Duits tijdschrift (Wohnung + Gesundheit), vestigt Dr von Klitzing er de aandacht op dat het huidige netwerk van digitale cellulaire telefonie met impulsen van ongeveer 217 Hz functioneren". Hij voegt eraan toe : "De hoge frequentievelden die op lage frequentie gepulseerd worden, hebben, zelfs voor een lage kracht, een effect op het menselijke elektro-encefalogram. Wordt het intercellulaire communicatiesysteem door die velden verstoord? Het is mogelijk. Op dit stadium is de verklaring nog niet gekend"..."Wat er ook van zij, de biologische effecten zijn onmiskenbaar...!"

"De stralingsniveaus die Dr. van Klitzing bij de proefnemingen in zijn laboratorium gebruikt, zijn gelijkwaardig aan degene die men dagelijks kan waarnemen op een afstand van 100 à 500 m van een basisstation van cellulaire telefoons van 50 Watt". Gedurende een demonstratie met een digitale cellulaire telefoon, op 14 maart 1994, in Erkrath, dichtbij Düsseldorf, verklaarde Dr. von Klitzing : " Biologische effecten verschijnen zodra de krachtdichtheid 0,1 mWt/cm2 bereikt. Wanneer ik iemand blootstel aan een gemoduleerd signaal van 217 Hz, dat typisch is voor een digitale cellulaire telefoontransmissie, vertoont het E.E.G. een voorname piek in de nabijheid van 10 Hz. Het E.E.G. reageert enkel bij een voortdurend herhaalde pulsatie en reageert niet wanneer die veranderlijk is. Het E.E.G. vertoont pieken en curven , onder invloed van digitale transmissies, die men tevoren nooit gezien heeft. Sommige pieken zijn niet herkenbaar. Verbazend genoeg, blijven die pieken zekere tijd na het einde van de straling voortbestaan... tenminste een paar uren, soms een paar dagen, en zelfs een week..." (Hier volgen enkele overwegingen over de voorzorgsmaatregelen die Neil Cherry genomen heeft om zich te verzekeren van de juistheid van de vertalingen uit het Duits alsook van de uitstekende reputatie van Dr. von Klitzing...) "We hebben gediscussieerd over de mogelijke hypothesen betreffende de fysische processen waardoor het gepulseerde signaal zowel in de biologische als in de elektromagnetische structuur van de hersenen kan binnendringen. De fysische hypothese die we op dit ogenblik bespreken en testen stelt voor dat de microgolven energie tot in de weefsels van de hersenen overbrengen, waar de frequentiemodulatie gaat resoneren met de alfa- en betaritmen van de hersenen. De resultaten die von Klitzing in zijn laatste artikel heeft voorgesteld, bevestigen die hypothese..."

Ziehier wat Dr. von Klitzing in een fax van 7 maart 1995 schrijft : "Ik denk dat u op het goede spoor bent (en dat is ook het mijne) wat uw uitleg betreft aangaande de subcellulaire invloeden die aan telecommunicaties door GSM te wijten zijn. Niet alleen is het E.E.G. gewijzigd, maar we stellen ook wijzigingen vast in de reactie van de immuniteitssystemen (menselijke lymfcellen) of in de stofwisselingsregeling van

celculturen (gistcellen)... Onze hypothese is dat in de kanalen van de intercellulaire communicatie de periodiciteit van de hoge frequentiesignalen, op lage frequentie gepulseerd, en de biologische "interne klok" ("Zeitgeber") op elkaar inwerken".

De interactie door resonantie met de intieme structuren van de hersenen is één van de meest essentiële aspecten van de elektromagnetische vervuiling. Maar het fenomeen is algemener : het betreft de intieme structuur van elke cel. Het blijkt inderdaad dat het genetisch materiaal (het DNA) de uitgestraalde energie via een resonantie absorbeert, dat wil zeggen dat dit materiaal natuurlijke oscillatiefrequenties heeft die dichtbij de opgedrongen elektromagnetische velden liggen. Dat was de hypothese van Dr. Swicord en hij heeft die gecontroleerd vanaf gezuiverd DNA van Escherichia coli dat aan een irradiatie van 11 GHz blootgesteld werd. Zo heeft hij bewezen dat het DNA 400 maal meer energie kon absorberen dan water! Hij beweert dat de celkernen veel meer energie per massa-eenheid absorberen dan het organisme in zijn geheel. Een absorptiegehalte van 0,05 mW/kg voor het organisme bijvoorbeeld, zou voor het DNA (tenminste voor zekere DNA’ s) 20 mW/kg geven.

Sommigen hebben zich afgevraagd hoe deze absorptie door het DNA van energie die door microgolven wordt uitgestraald, zijn genetisch gedrag kon wijzigen, vermits de hoeveelheid energie waarvan hier sprake is , zo gering is, in vergelijking met de thermische energie die in ieder geval aanwezig is. Maar men moet er zich goed van bewust zijn wat een resonantie is, en zich bijvoorbeeld herinneren dat een brug vernield kan worden indien een troep soldaten er in de maat loopt en die maat overeenstemt met de oscillatiefrequentie eigen aan de brug : elke druk -hier elke foton- is gering, maar het gecumuleerde effect is belangrijk. De energie die door het DNA geabsorbeerd wordt "kan gering lijken in vergelijking met de totale thermische energie, maar is meer dan voldoende om zijn werking te wijzigen, vooral indien ze geconcentreerd is in een enkele oscillatievorm en indien die opwekking een zekere tijd gehandhaafd wordt".

Men moet zich nu afvragen of die energie die door het DNA geabsorbeerd wordt, tot onderbrekingen kan leiden. Dat is inderdaad het geval, en in verband daarmee, citeert Neil Cherry, na Swicord, een passage van een artikel van "Microwave News", van november- december 1994 : "Microwaves Break DNA in Brain; Cellular Phone Industry skeptical". Ziehier die passage : "Een irradiatie door microgolven van een zwak niveau kan, volgens studies die in de V.S. en in Indië voortgezet worden, onderbrekingen in het DNA in de hersenen van proefdieren veroorzaken. Die nieuwe resultaten, die veel belangstelling hebben gewekt in de betroffen industriële kringen, suggereren dat microgolven kanker zouden kunnen verwekken".

De doctors Henri Lai en Narendra Sing van de Washington Universiteit in Seattle hebben ontdekt dat een eenvoudige blootstelling van twee uur aan stralingen van 2,45 GHz (die van microgolfovens), op niveaus die gewoonlijk als onschadelijk beschouwd worden, het aantal onderbrekingen van een enkel DNA-deeltje in de cellen van de hersenen van ratten kan vermeerderen. "Een beschadigd DNA kan een begin van kanker betekenen: indien er een vergissing voorkomt in het herstellingsproces, kan dat tot problemen leiden. We moeten nog een lange weg afleggen alvorens definitieve conclusies te trekken" voegt Dr Lai hieraan toe en hij vestigt ook de aandacht op het volgende: "DNA-onderbrekingen kunnen herstellingsmechanismen van dit DNA bevorderen, wat tot een weldoend effect zou kunnen leiden".

Een tweede studie op dieren, die uitgevoerd werd door een ploeg, onder leiding van Dr Soma Sarkar van het Instituut van Nucleaire Geneeskunde en Toegepaste Wetenschappen van New Delhi (Indië), heeft ontdekt dat het DNA, in de hersenen en de teelballen van muizen, "verschuivingen" had ondergaan na blootstelling aan microgolven van dezelfde frequentie en van ongeveer dezelfde intensiteit als in de proefneming van Lai-Singh. Sarkar en zijn medewerkers leiden eruit af dat het "absoluut noodzakelijk lijkt" het mutagene potentieel van microgolven opnieuw te evaluëren...

Deze twee studies worden of werden gepubliceerd in internationale wetenschappelijke tijdschriften, die van Lai-Singh in "Bioelectromagnetics" en die van Sarkar et al., in "Mutation Research".

 

c) Biologische effecten van radiofrequenties, specifiek vastgesteld op zekere organen

De reeds vermelde studie van Doull en Curtain van januari 1994 probeert de stand van zaken te bepalen aangaande de mogelijkheden een fysiologische verklaring te geven van het effect van microgolven op de gezondheid.

Ze beschrijft de Russische onderzoeken aangaande de niet-thermische effecten van microgolven, namelijk op de werking van de menselijke hersenen; de conclusies van deze studies tonen de totale ontoereikendheid van de Amerikaanse normen aan : zelfs de strengste (10 mW/cm2) wordt door de Russen nog als gevaarlijk beschouwd voor de mens. De Russen hebben de effecten bestudeerd op de hersenen, op het zenuwstelsel en op de cellen in het algemeen na lange ononderbroken blootstellingen van zwak niveau. Het blijkt eens te meer dat de gepulseerde stralingen tot duidelijker biologische effecten leiden dan ononderbroken stralingen.

De niet-thermische biologische effecten, anders gezegd zij die zich onder 1 mW/cm2 (= 1000mW/cm2) voordoen (dus onder de irradiatiedensiteit van een gebruiker van een GSM), die door Doull en Curtain vermeld werden, zijn de volgende : moleculaire trillingen, fotochemische reacties en bio-elektrische fenomenen die de hersenen, het immuniteitssysteem, het voortplantingssysteem, het zenuwstelsel, het cardiovasculaire systeem, de stofwisseling van ijzer, de bloedvorming... aantasten en die de enzymwerking op het spel zetten, alsook de celstructuur zelve. Wat de endocriene klieren betreft, heeft men vastgesteld dat sterke intensiteiten (op "thermisch" niveau) de productie van hypofysaire hormonen en die van adrenaline afschaffen , terwijl zwakke (niet-thermische) intensiteiten die productie vermeerderen. De functie van de schildklier wordt gestimuleerd door een irradiatie van radiofrequenties van 3mW/cm2. We hebben het reeds vroeger over de seksuele functie gehad.

In de studie van Doull en Curtain wordt een hoofdstuk besteed aan "theorieën die het mechanisme van niet-thermische schade proberen uit te leggen". Men stelt er hypothesen over de moleculaire verschuiving volgens de krachtlijnen van de velden, over de resonantiefenomenen die afbraak van proteïnes kunnen veroorzaken of het ritme van de celcyclussen kunnen verstoren, over de ontregeling van het evenwicht natrium-kalium buiten en binnen de cellen - men kent het vitaal belang voor elke cel, van dit evenwicht van concentraties in de elektrische polarisatie van het plasmamembraan-, over de vermeerdering van de beschadiging van het DNA door de vrije radicalen die door de irradiatie ontstaan zijn, over de wederzijdse inwerking van uitwendige, zelfs zwakke, elektromagnetische velden, en de verschillende signalen tussen cellen, over de mogelijkheid dat een eventuele elektromagnetische communicatie tussen cellen of tussen organen verbroken zou worden door de straling van radiofrequenties...

Reeds in de jaren 70 en 80 hebben talrijke proefnemingen geprobeerd deze hypothesen te bewijzen. Er valt nog veel te doen, maar er werden toch enkele successen behaald in de studie van de interactie van de elektromagnetische velden en het signalisatiesysteem van intracellulaire osmose, in het bijzonder dat van het calciumion, waarop reeds commentaar geleverd werd.

Wanneer men het over de conclusies van de verschillende proefnemingen heeft, moet men eerst de aandacht trekken op het feit dat het moeilijk is de resultaten die op dieren werden verkregen op mensen over te brengen, en dat om de eenvoudige reden dat het verband tussen de verschillende gebruikte golflengten en de afmeting van de betroffen organen verschillend kunnen zijn. Anderzijds is het moeilijk de effecten van irradiatie op een geïsoleerde cel van een orgaan te vergelijken met de effecten op het orgaan zelf in vivo , wegens de verschillen van de absorptiegraden van de verscheidene weefsels, ja zelfs van het eventuele afschermingseffect van zekere onder hen.

Wat er ook van zij, gepulseerde elektromagnetische stralingen aan niet-thermische dosissen zijn nu gebruikelijk geworden in de moleculaire biologie.

d) Effecten van de radiofrequenties en van de frequenties van GSM-telefoons op de slaap

We kunnen een andere, zeer interessante informatie halen uit een dossier, "Fields of Conflict" (verkrijgbaar bij EMFacts Information Service, P.O. Box 96, North Hobart, Tasmania, 7002 Australia):

Volgens wetenschappelijke onderzoekers van de Universiteit van Mainz in Duitsland, verkort de blootstelling aan microgolven die in digitale signalen door een zaktelefoon worden uitgezonden, de duur van de "REM"-slaap ("rapid eye movement" : snelle oogbewegingen), verkort die ook de tijd die nodig is om in te slapen (gemiddeld van 12,25 à 9,5 minuten) en wijzigt ze de cerebrale golven gedurende de "REM". Deze proefneming werd geleid door de doctors Klaus Mann en Joachim Roschke op 12 mannen gedurende 3 opeenvolgende nachten (waarvan slechts één met een geactiveerd toestel, zonder dat de proefpersoon wist dewelke het was...). De zaktelefoon, die op 40 cm van het hoofd van de proefpersonen geplaatst was, zond uit in 900 MHz met een piekkracht van 8 Watt en een pulsatie die op 217 Hz geregeld was; die karakteristieken kwamen in alle opzichten overeen met die van het Europese systeem GSM genoemd. "De "Rem"-slaap speelt een specifieke fysiologische rol wat de informatieverwerking in de hersenen betreft, in het bijzonder voor de consolidering van nieuwe ervaringen" zeggen de wetenschappelijke onderzoekers. "De waargenomen effecten kunnen dus eventueel in verband gebracht worden met de alteraties van het geheugen en van de functies van het leerproces."

Mann en Roschke hebben "Microwave News" op de hoogte gebracht dat ze ook de effecten van gepulseerde microgolven hebben bestudeerd op personen die wakker bleven en dat ze van plan zijn er de effecten van te bestuderen op de nachtelijke productie van melatonine.

e) Elektromagnetische velden en melatonine

De productie van melatonine (door de pijnappelklier of epifyse) is zonder twijfel één van de centrale elementen van het probleem.

In een aflevering van de ACATT (Association of Citizens Against Telecommunication Towers, Flat 2, 91 Henley Beach South SA, 5022 Australia), van maart 1995, kunnen we het volgende lezen. "Het is hoe langer hoe duidelijker dat het menselijk lichaam ‘s nachts een periode nodig heeft die "kalm is qua stralingen". De waak-slaapcyclus maakt deel uit van zijn fundamentele bioritmen. Hij gaat normaal gepaard met een nachtelijke verhoging van de productie van melatonine door de pijnappelklier bij afwezigheid van licht. Melatonine is oncostatisch : het is een kankerwerende agens. Men heeft aangetoond dat ze de toename van kankerachtige cellen belemmerde, vooral in geval van borstkanker. Het blijkt dat nachtelijke blootstelling aan stralingen, of het nu gaat om licht of alternatieve velden (zoals die veroorzaakt door de elektrische bekabeling van de woningen) ,de productie van melatonine afschaft en carcinogenese bevordert. Een korte en snelle pulsatie veroorzaakt de verandering door in de hersenen elektrische stromen te induceren die dezelfde zijn als degene die visuele lichtindrukken doen ontstaan. En dat is nu juist wat een plotselinge daling veroorzaakt van het niveau van melatonine, dat ‘s nachts normaal hoog ligt. Een zeer geringe dosis van 0,022 mW/cm2 kan dit reeds als gevolg hebben..."

Men moet doen opmerken dat die modulatie door elektromagnetische velden vooral schadelijk is bij zeer lage frequentie, rondom en nabij een paar tientallen Hz, bijvoorbeeld 50Hz... "De fundamentele vraag is dus : hebben de velden van gepulseerde radiofrequenties (zoals die van de nieuwe digitale communicatiesystemen, ingevoerd onder de vorm van mobilofoonnettwerken) hetzelfde effect op de pijnappelklier, zodat ze bedrogen zou kunnen worden en haar kankerwerende functie niet meer zou kunnen vervullen?..." (Laten we eraan herinneren dat het reeds vermelde rapport van de CSIRO ook het probleem van het niveau van melatonine behandelt.)

f) Gluthation en absorptie van elektromagnetische energie door kankerachtige cellen

Duidelijker inlichtingen over de elektromagnetische stralingen op kankerachtige cellen kan men in een artikel van John A.G. Holt vinden, onder de titel "Cancer Therapy by Immobilising Mitotic Energy Sources".

Hij beschuldigt de gluthationcyclus ( en de energetische bijdrage die hem geleverd wordt door de anaërobe glycolyse, die de glucose in melkzuur omzet). Die cyclus is steeds actief in de kankerachtige cellen, omdat het verband tussen, enerzijds, de reactieketting van deze cyclus, en anderzijds, de genetische controle van die ketting, verbroken is. Die cyclus is een energiebron die gebruikt wordt voor de celdeling. Indien deze energiebron verhoogt, verhoogt dus ook de celdeling. Maar deze energie is van elektrische aard, vermits die cyclus een opeenvolging van oxydaties en reducties is. Daarom kunnen alle typen van elektromagnetische golven ervan verdacht worden elektrische energie in kankerachtige cellen te genereren en zo hun groei te bevorderen.

Holt besluit deze studie als volgt : "Het gevaar van om het even welke vorm van elektromagnetische straling in geval van kanker is dus te wijten aan de specifieke absorptie van elektromagnetische energie in de gluthationcyclus, die een bijzonder goede geleider van elektriciteit is". Anderzijds, doet Holt nog opmerken dat normale cellen even gevoelig zijn voor UHF’ s, voor zover deze stralingen "in hoge mate de toxiciteit vermeerderen van nucleaire vergiften, cytotoxica en van al de chemische producten die potentieel toxisch zijn".

Dit artikel van 17 bladzijden is verkrijgbaar aan het bovenvermeld adres van EMFacts in North Hobart.

g) Absorberen kankerachtige weefsels de stralingen op selectieve wijze?

In een ander reeds vermeld artikel (Medical Journal of Australia) geeft Holt nog meer verduidelijkingen over hetzelfde onderwerp. Hij schrijft: "Joines heeft aangetoond dat het elektrische geleidingsvermogen en de diëlektrische constante van een kankerachtig weefsel nooit dezelfde zijn als in gezonde weefsels. Die grootheden variëren met de frequentie van de toegediende elektromagnetische irradiatie. Doordat alle kankerachtige weefsels een beter geleidingsvermogen en een hogere diëlektrische constante hebben dan normale weefsels, moeten die meer kracht absorberen van de omringende elektromagnetische straling dan de andere weefsels. Daarom absorberen de personen die aan kanker lijden meer elektromagnetische energie wanneer ze aan een dergelijke straling blootgesteld worden. Mijns inziens, is dit effect verantwoordelijk voor de toename van het sterftecijfer door melanoom"

Verder schrijft hij nog: "Het lijdt helemaal geen twijfel dat een tumor energie kan absorberen op een selectieve wijze."..;"Het is dus hoogst waarschijnlijk dat elektromagnetische energie door de tumor gebruikt kan worden, omdat geschikt e niveaus ervan de groei van kwaadaardige cellen kan bevorderen."

h) Verhoging van de toxiciteit van stoffen ten gevolge van de blootstelling van een persoon aan elektromagnetische velden.

Laten we besluiten met een artikel van Cindy Duehring dat in "Medical and Legal Briefs" gepubliceerd werd (sept. - oct. 1995) onder de titel "EMFs Can Increase Chemical Uptake in the Brain".

Dit artikel verklaart waarom de toxiciteit van chemische producten door zekere stralingen verhoogd wordt.

De toegang tot de gevoelige cellen van de hersenen wordt hun inderdaad vergemakkelijkt door een grotere doorlatendheid van de hemato-encefalische barrière. Zweedse wetenschappelijke onderzoekers verklaren : "Een ongeschonden hemato-encefalische barrière beschermt de hersenen tegen alle schade, maar indien ze verzwakt is, zoals bij epilepsie of zeer ernstige bloeddrukverhoging, maakt ze de toegang tot de hersencellen mogelijk van hydrofobe moleculen, die normalerwijze uitgesloten zijn. Dit kan tot hersenoedemen leiden, alsook tot een drukverhoging in de hersenpan en, in het ergste geval, tot onomkeerbare schade in de hersenen."

Die onderzoekers, alsook andere wetenschappers uit Canada, hebben de aandacht gevestigd op de rol van elektromagnetische velden in de verhoging van de doorlatendheid van de hemato-encefalische barrière. De Canadezen waren verbaasd vast te stellen dat geringe verschillen in de verscheidene aspecten van de toegediende elektromagnetische velden, zeer grote verschillen konden betekenen in de toename of de vermindering van die doorlatendheid. Wat er ook van zij, indien om het even welke factor die doorlatendheid versterkt, verhoogt hij ook de toxiciteit van de chemische producten die wellicht die barrière zouden kunnen doordringen.

Andere onderzoeken, die met de vorige overeenstemmen, hebben de aandacht gevestigd op wijzigingen van de pinocytotische werking in het algemeen en van die van de pijnappelklier in het bijzonder, altijd onder invloed van elektromagnetische velden, en namelijk van microgolven.

Het blijkt ook dat elektromagnetische velden de stabiliteit kunnen wijzigen van de stofwisselingsprocessen van de hersenen en die nog zwakker maken. Blootstellingen aan alternatieve magnetische velden van het type ELF ("extremely low frequencies" : zeer lage frequenties, bijvoorbeeld van 50 Hz) kunnen ook de verplaatsing van calciumionen door de celmembraan wijzigen, alsook trouwens de concentratie van vrije calcium, daar de twee een vitale rol in de hersenen spelen en de doorlatendheid van de hemato-encefalische barrière kunnen wijzigen. Men heeft aangetoond dat de concentratie van ornithine-decarboxylase, een enzym dat een rol kan spelen in het niveau van deze doorlatendheid, gewijzigd kan worden door de blootstelling aan magnetische velden van het type ELF.

 

TECHNISCHE VOORWAARDEN EN PRAKTISCHE ASPECTEN

 

Na zoveel verontrustende openbaringen, moet men zich afvragen in welke mate en in welke omstandigheden men de betichte stralingen op het terrein ontmoet.

a) De weerkaatsing van de golven door zekere materialen

We moeten eerst en vooral een opmerking maken. We hebben dikwijls gesproken van absorptie van elektromagnetische golven. Maar al die golven, in radiofrequentie en in hoogfrequentie, weerkaatsen op metalen oppervlakken. Een doodgewoon blad aluminium weerkaatst de microgolven zoals een spiegel het licht weerkaatst. Hoe betere geleider van elektriciteit het metaal is (koper, zilver,...), hoe hoger de frequentie ligt en hoe gemakkelijker de weerkaatsing plaatsheeft, zelfs met een zeer dunne laag metaal. (Dit feit wordt in de technologie van "golfgeleiders" gebruikt.

b) De stralingsintensiteitvan GSM-zaktelefoons

Wat de zaktelefoongebruikers betreft, is de zaak snel geregeld : we kunnen ze alleen maar beklagen. Oordeelt u zelf maar: zelfs met een afscherming (door zekere merken aangeboden, zoals Hagenuk of Cetelco), die het veld verdeelt door een factor rondom en nabij de 10 (aan de kant van het hoofd), bevindt zich de ondergane irradiatie op een niveau dat duizenden malen hoger ligt dan die bij dewelke fysiologische problemen beginnen te verschijnen. (Wanneer we ons herinneren aan alles wat hieraan voorafgaat, is deze bewering gemakkelijk te controleren!). Men moet weten dat de irradiatie veel sterker is op een afstand van de antenne die lager ligt dan een halve golflengte (16 of 17 cm voor de GSM); in die zone, "nabije veld" genoemd, schikken de elektrische en magnetische velden zich in de ruimte op een zeer ingewikkelde mathematische wijze; op meer dan een halve golflengte nemen ze een eenvoudiger vorm aan en worden ze aanzienlijk kleiner naarmate de afstand toeneemt.

Geen enkele van de drie federale agentschappen in de V.S. met rechterlijke bevoegdheid inzake mobilofoons zal beweren dat ze onschadelijk zijn. De FDA ("Food and Drug Administration") die de "Radiation Control for Health and Safety Act" beheert, geeft in feite de raad (in afwachting dat die gezondheidsproblemen "opgelost" worden) de cellulaire telefoon slechts te gebruiken in de mate van het nodige en altijd zeer kortstondig. (U kunt daaromtrent het reeds vermelde "Fields of Conflict" , hoofdstuk 7 raadplegen)...Men kan slechts hopen dat, indien de persoon die slechts af en toe een GSM gebruikt, niet depressief is en een degelijk immuniteitssysteem bezit, in staat zal zijn "weer op krachten te komen"...

c) De GSM-basisstations en de ruimtelijke dispersie van de uitgestraalde microgolven

Maar er zijn ook de basisstations. Die zijn natuurlijk veel sterker dan de individuele zenders maar, zoals men weet, bevinden ze zich op een zekere hoogte. Hier volgt een uittreksel van het eerste hoofdstuk van een bovenvermeld dossier van Ivan L. Beale waarin hij de basisstations in het algemeen op volgende wijze behandelt: "De typische uitzend- en richtingsantennes die door de commerciële operatoren gebruikt worden, zijn ontworpen zodat de meeste van hun uitzendingen zich iets lager dan een horizontaal vlak bevinden. Maar wegens onvermijdelijke technische redenen, zijn er gewoonlijk andere invalshoeken onder die horizontale lijn waar de stralingsdosis veel hoger ligt dan gewenst is. Bij projectie op een vertikaal plan dat door de antenne loopt, wordt het grootste gedeelte, dat juist onder de horizontale lijn ligt, hoofdlob ("major lobe") genoemd, en de concomitante maxima die duidelijk onder de horizontale lijn liggen, worden secundaire loben ("minor lobes" of "side lobes") genoemd. Deze laatste kunnen een belangrijke rol spelen in de verspreiding van de irradiatie in de buurt van de zenders, in de mate dat kleine specifieke zones kunnen blootgesteld worden aan irradiatieniveaus die veel hoger liggen dan er rond om heen."

Het is dus duidelijk dat, wanneer men zich van een basisstation verwijdert, de variatie van het irradiatieniveau op de grond, helemaal niet lineair ( of zelfs niet kwadratisch) vermindert maar betrekkelijk complex is, ten minste in een straal van een paar honderd meter, des te meer daar de straling zelve in de tijd varieert, in functie van het telefonisch "verkeer", met andere woorden in de mate de gebruikers er beroep op doen, zonder rekening te houden met de min of meer weerkaatsende obstakels, of de oneffenheden in het terrein, of nog de wisselwerking met andere elektromagnetische velden...

Geen wonder dat de metingen van Michael Repacholi in 1990, vermeld door de ACATT, een hoger irradiatieniveau aantonen op 50 meter dan op 10 meter van de basis van een antenne. Slechts op meer dan 100 meter van de basisstation mag men betrekkelijk zeker zijn van een duidelijke vermindering van de irradiatie... Dat betekent ook dat het zeer moeilijk is voor telecommunicatiemaatschappijen irradiatieniveaus te voorzien die de bevolking zouden kunnen treffen in de buurt van GSM-basisstations, zoals trouwens in de buurt van om het even welke telecommunicatiezender.

d) Zekere voorwerpen die zich op de stralingsbundels van de basisstations bevinden, gaan resoneren en op hun beurt uitzenden

Nu zou men kunnen denken dat het voldoende is ver "genoeg" van een basisstation te zijn... Maar het is niet zo eenvoudig. Zodra een elektromagnetische golf zich horizontaal in de ruimte verplaatst, kan om het even welk langwerpig, metalen, liefst vertikaal voorwerp, dat zich op zijn weg bevindt, er immers mee gaan resoneren; daarvoor volstaat het dat de afmeting van het voorwerp overeenkomt met de helft van de beschouwde golflengte. Dat is nu juist het principe van de ontvangantenne. Maar eens dat dit voorwerp een antenne geworden is, zendt ze op haar beurt uit, volgens het fenomeen van elektromagnetische resonantie. Het basisstation, die op een zekere hoogte geïnstalleerd wordt, is een primaire zender, maar er bestaat een groot aantal potentiële secundaire zenders, des te meer daar die resonantie, in betrekkelijk mindere mate, ook mogelijk is met voorwerpen waarvan de lengte een veelvoud is van de halve golflengte...

Die secundaire zenders worden ook passieve heruitzenders ("passive re-radiators") genoemd. Het gaat eerst en vooral over rechte metalen voorwerpen zoals vaandelstokken, wanten, ladders en allerlei metalen steunen, evenals trouwens de elektrische bekabeling van woningen (en straten), en verscheidene leidingen die ze doorlopen. Het gaat vervolgens over gesloten metalen ringen, zoals (metalen) sturen van auto’ s en vooral metalen ramen (die de binnenkomende radiaties kunnen concentreren...). Grote metalen oppervlakken spelen ook een rol (vooral trouwens door hun weerkaatsend vermogen) zoals metalen luiken, metalen garagedeuren, of nog verscheidene metalen structuren zoals reservoirs...

Wat reeds gezegd werd over de zaktelefoons zelf, namelijk dat het veld veel intenser is op minder dan een halve golflengte afstand van het toestel, is ook waar voor alle passieve heruitzenders. Men moet ze dus vermijden in zijn onmiddellijke omgeving, en vooral in de nabijheid van zijn bed...

e) De verhogingen van de krachtdensiteiten ten gevolge van de gekoppelde werking van de weerkaatsende oppervlakken en de voorwerpen die als heruitzenders functioneren

De combinatie van die (soms onverwachte) secundaire zenders met weerkaatsende oppervlakken kan op sommige plaatsen tot ware golfbrandpunten leiden, die moeilijk voorzienbaar zijn. De Australische normen vermelden brandrisico’ s ("a source of potential radiofrequency burns")!... Dat neemt niet weg dat het gangbaar is basisstations op of nabij huizen te plaatsen met metalen structuren (die dikwijls niet alleen uit de wapening van het beton bestaan, maar ook uit talrijke stalen steunbalken, of zelfs uit grote oppervlakken gepolijst metaal).

De bundels microgolven, of het nu om radar of telecommunicaties gaat, zijn normalerwijze voorzien om "in de lucht", meer dan genoeg boven de menselijke bedrijvigheid, tamelijk grote afstanden te bereiken. Dat is maar goed ook, want ze vervoeren aanzienlijke krachtdichtheden. Dat neemt niet weg dat er zich per ongeluk een zekere verspreiding kan voordoen (eventueel ten gevolge van

weersomstandigheden, gevolgd door verscheidene weerkaatsingen op metalen oppervlakken, die de ene na de andere, tot onontwarbaar complexe en mogelijk gevaarlijke toestanden kan leiden. De geografische omstandigheden kunnen ook een rol spelen.

Bundels microgolven dienen ook als verbinding tussen basisstations.

Niet alleen worden die steeds talrijker, maar ook de netwerken vermenigvuldigen zich. We zijn getuigen van een onontwarbare accumulatie in de ruimte van verscheidene bundels, die elkaar, min of meer verspreid en weerkaatst, rondom ons heen kruisen. Zelfs indien elke irradiatiebron, individueel genomen, voorzien was om zekere normen niet te overschrijden, zou de som van al die bronnen weinig kans hebben om die niet te overschrijden. In dat opzicht, stelt de ACATT voor (zie vermeld artikel van maart 1995) aardrijkskundige kaarten op te maken, gelijksoortig aan klimatische kaarten, die de plaats van alle basisstations zouden aanduiden, alsook van alle andere zenders, de kanaalbundels tussen al deze antennes en de irradiatieniveaus die overal waar te nemen zijn, zodat men de gevaarlijke zowel als de kalme zones (met geringe irradiatie) zou kunnen situeren. Deze kaarten zouden voor het publiek voorhanden moeten zijn . Maar dit veronderstelt dat de gevaarlijke zones inderdaad op afstand van de bewoonde zones zouden gehouden worden; anders zouden de personen die door de hertzirradiaties gehinderd worden, zelfs hun huis niet meer kunnen verkopen...

Daarbij komt nog dat die elektronische installaties onvermijdelijk ouder en mettertijd beschadigd kunnen worden. Dit kan, zoals de Australische normen het vermelden, "abnormale werkingen" als gevolg hebben "waardoor defectueuze frequenties ontstaan of uitgestraald worden op zeer sterke niveaus, en die eventueel zelfs X-stralen kunnen bevatten"...

f) Het in resonantie treden van zekere lichaamsorganen, wegens hun afmetingen

Om bovenvermelde redenen die tot resonanties leiden, is de grootte van voorwerpen en levende wezens van essentieel belang inzake hun absorptievermogen van elektromagnetische golven. In zijn dossier, reproduceert Neil Cherry een grafische voorstelling die de curven van het specifiek absorptiegehalte (SAR) in functie van de frequentie voorstelt, voor een mens, een aap en een muis. De maxima van deze curven, die alle drie goed aangeduid zijn, beantwoorden aan frequenties die overeenkomen met het dubbel van de grootte van respektievelijk een mens, een aap en een muis. Men vindt hier dus inderdaad de resonantie van halve golflengten terug, alsook het reeds vermelde feit dat de absorptie maximaal is voor voorwerpen (of delen van voorwerpen...of delen van het menselijk lichaam) waarvan de grootte een halve golflengte waard is.

g) Welke zouden, in krachtdichtheden uitgedrukt, de limietwaarden moeten zijn van toegelaten blootstellingen?

Indien we rekening houden met al wat hieraan voorafgaat, moeten we ons nu de volgende vraag stellen : welke zijn de stralingsdosissen die niet overschreden mogen worden?

Het enige echt veilige antwoord op deze vraag zou zijn : dosissen van dezelfde orde van grootheid als die van de natuurlijke irradiatie, die - zoals we het in het begin van deze studie gezien hebben - nauwelijks 0,25 mW/cm2 bereikt voor het geheel van het spectrum tot 300 GHz , en een 0,5 miljardste mW/cm2 (= 0,5.10-9 mW/cm2) bereikt tussen 890 en 910 MHz (GSM-frequentie)...

Anderzijds is de (tot nu toe!...) zwakste dosis voor dewelke een ernstig fysiologisch probleem in het licht werd gesteld (de nachtelijke vermindering van de productie van melatonine) 0,02 mW/cm2. Het blijkt dus dat er geen limiet bestaat onder dewelke geen enkel ongewenst effect te vrezen is. In die omstandigheden, schrijft Neil Cherry, zullen zelfs de zwakste intensiteiten van microgolven "mettertijd geleidelijk vermeerderen om tenslotte de dosissen te evenaren en te overschrijden die belangrijke statistische correlaties veroorzaakt hebben, met talrijke pathologische effecten."

Indien men rekening houdt met deze verscheidene gegevens, zal men de zin voor het compromis van Neil Cherry op prijs kunnen stellen wanneer hij in zijn aanbevelingen het volgende voorstelt:

"De basisstations zouden niet mogen geïnstalleerd worden in, op of nabij scholen, kindertuinen, verpleeghuizen, of andere plaatsen waar kinderen of zwangere vrouwen veel tijd doorbrengen. Ze zouden zelfs op zulke afstand van scholen en woningen moeten staan, dat de intensiteit van microgolven er per jaar gemiddeld geen 0,1 mW/cm2 overschrijdt".

We vestigen er de aandacht op dat het gemeentebestuur van San Francisco (Californië) verboden heeft op zijn grondgebied basisstations te installeren binnen de muren van de scholen.

We hebben gezien dat de sovjetnorm, die de strengste is omdat ze rekening houdt met de niet-thermische effecten van microgolven, 5 mW/cm2 bedraagt.

Tegenwoordig geven de Australische en Nieuwzeelandse normen 200 mW/cm2 voor het publiek aan, en 1000 mW/cm2 als beroepslimietwaarde.

h) Welke afstanden zouden veiligheidshalve geëerbiedigd moeten worden ten opzichte van GSM-basisstations?

Welke zijn, in deze omstandigheden, de veiligheidsafstanden ten opzichte van basisstations?

Neil Cherry evalueert die afstand op 300 meter van wonigen, scholen en andere plaatsen waar kinderen veel tijd doorbrengen.

In een brief van 26 september 1996 die gepubliceerd werd in "EMFacts Information Service" (North Hobart, Tasmanië), beschouwt Don Maisch dat een afstand van 300 meter, gecombineerd met een maximaal blootstellingsniveau van 0,2 mW/cm2 "een realistisch compromis betekent tussen de noodzakelijkheid de volksgezondheid te beschermen en die over een exploiteerbaar mobilofoonnetwerk te beschikken". Maar hij voegt eraan toe dat het functioneren van zekere zeer gevoelige elektronische uitrustingen verstoord kan worden door stralingen van basisstations die zich op meer dan 600 meter bevinden.

Hij vermeldt een verklaring die J.P. Vaughan van de "Aerojet General" (Sacramento County, California) op 24 mei 1991 heeft afgelegd: "De seintoestellen met antennes met grote versterking, die men op de cellulaire telefonietorens plaatst, produceren, in het veld van de voornaamste lob van de antenne, elektromagnetische interferenties van om en nabij de 200mV/m op een afstand van 2000 voet van de toren. Dat is voldoende om te interfereren met uiterst precieze verrichtingen van zeer gevoelige instrumenten die gebruikt worden voor precisiemetingen en systemen van gegevensverwerving. De installaties om krijgsmateriaal te fabriceren, die versnellingsmeters gebruiken alsook digit ale precisie-instrumenten, oscillografen en toestellen om signalen te meten, kunnen door zulke interferenties verstoord worden.

Tengevolge daarvan, heeft de "Butler Pennsylvania Council" in 1993 een verordening uitgevaardigd die een afstand van 2000 voet (610 m) tussen basisstations en woningen, scholen, enz... verplichtend maakt. De promotors van die verordening beschouwen dat, indien de emissie van de basisstations met gevoelige elektronische instrumenten interfereren, ze ook zeer subtiele effecten kunnen hebben op personen die op minder dan 2000 voet leven of verblijven...

i) Verdere evolutie

Wat de verdere evolutie betreft, zoals we die kunnen voorzien, vermelden we nog het artikel van de ACATT van maart 1995 :

"De bovenmatige blootstelling van de mens aan hertzirradiatie zal een planetair probleem worden zodra de Amerikaanse maatschappij voor telecommunicaties Motorola 66 telecommunicatiesatellieten zal lanceren, wat haar klanten in staat zal stellen overal ter wereld zaktelefoons te gebruiken. Ze zullen natuurlijk machtiger toestellen nodig hebben om die satellieten te bereiken, die zich op een hoogte van ongeveer 420 mijl (675 km) zullen bevinden, met tot nu toe nog onbekende gevolgen voor de gezondheid..."

De verzonden signalen zullen op 50 Hz gemoduleerd zijn; dit is de frequentie van de elektriciteitsdistributie in Europa en Australië. De ELF-velden van 50 Hz zijn betrokken in tientallen studies over kanker en men heeft aangetoond dat gemoduleerde radiogolven van deze frequentie soortgelijke gevolgen hebben. Men had niet slechter kunnen kiezen... ELF-velden, die tussen 30 en 100 Hz trillen, interfereren met de indicators die het gepaste ritme van onze biologische cyclussen handhaven, wat tot chronische stress en verzwakking van het weerstandsvermogen aan ziekten leidt. Ze interfereren met de celgroeiprocessen, verhogen het percentage kankers en veroorzaken problemen van het voortplantingssysteem.

Bovendien hebben metingen per satelliet aangetoond dat stralingen van uiterst lage frequentie (ELF) en die van zeer lage frequentie (VLF) in de magnetosfeer (het magnetisch veld in de ruimte rond de aarde) kunnen binnendringen en zijn structuur veranderen. De energie van radiogolven en van microgolven gaat ook in de magnetosfeer resoneren en van de ene pool naar de andere stuiten, langs de kanalen die deze magnetosfeer inhoudt. De energie die zo versterkt is, komt in wisselwerking te staan met de partikels van de gordels van Van Allen en produceert warmte, licht, X-stralen...en veroorzaakt een neerslag van geladen partikels op de oppervlakte van de aarde.

Metingen per satelliet hebben ook aangetoond dat de energie, die uitgestraald wordt door transportlijnen van elektrische energie (van 50 of 60 Hz), ver boven de oppervlakte van de aarde versterkt wordt, volgens een fenomeen dat bekend staat onder de naam van "harmonische resonantie van de transportlijnen van elektrische energie" ("power-line harmonic resonance": PLHR). De enorme PLHR boven Noord-Amerika heeft een permanent "kanaal" doen ontstaan tussen de magnetosfeer en de hogere luchtlagen, die een ononderbroken ontlading van ionen en energie over het hele continent veroorzaakt. Dit wordt ervan verdacht een rol te spelen in de recente klimaatveranderingen."

 

BESLUIT

Zoals we het ruimschoots hebben kunnen vaststellen, bestaat er een afgrond tussen de manier waarop de informatie zich in de internationale wetenschappelijke kringen verspreidt, wanneer ze onafhankelijk zijn van de betroffen industriëlen, en de manier waarop die informatie zich in het Westeuropese publiek verspreidt. Nochtans, zoals Ivan L. Beale doet opmerken: "Een doorgaans aanvaard principe wil dat de activiteiten van een individu of van een organisatie geen onzinnige gevolgen zouden moeten hebben op andere personen, zonder hun "geïnformeerde toestemming" ("informed consent")". Er staan natuurlijk enorme financiële belangen op het spel maar het gedrag van wetenschappers is dikwijls verdacht. Beale doet opmerken dat velen onder hen "vrezen door hun gelijken als lichtgelovig of "zwak" ("soft-minded") te worden beschouwd. De waarschijnlijkheid aanvaarden van een nieuw effect, dat het gevaar loopt later in diskrediet te raken, is voor velen onaanvaardbaar. Het scepticisme dat daaruit voortvloeit kan de wetenschap ten goede komen maar kan ook tot beoordelingsfouten leiden aangaande de risico’ s voor de gezondheid. Wanneer men enigszins aan de potentiële slachtoffers denkt, eist een doeltreffende bescherming van de gezondheid de wil mogelijke risico’ s zo vroeg mogelijk te erkennen, en geen vastberadenheid die zo lang mogelijk te ontkennen. Wat we uit ervaring van asbest en ioniserende stralen kennen, leveren leerzame voorbeelden van wat een verkeerde houding kan kosten".

Het is anderzijds duidelijk dat alles in het werk wordt gesteld om het publiek te beletten toegang te hebben tot een objectieve informatie ( de financiële inzetten zijn reusachtig).

Hier en daar verbreekt een verontrustende informatie de stilte. Dat kan dikwijls tot irrationele beoordelingen leiden. Dit gebrek aan toegang tot geloofwaardige informatie is op zichzelf een bron van stress. Te meer daar valse beweringen gemakkelijk de

ronde doen... Zelfs indien deskundigen niet akkoord gaan over de werkelijkheid van een risico, wil dat niet zeggen dat het risico niet bestaat. Het is niet omdat men het verband tussen twee feiten niet kan bewijzen dat dit verband niet bestaat. Dat is elementaire logica die sommigen wel eens vergeten en anderen zonder meer onder de voet lopen, terwijl ze de onwetendheid van de eersten uitbuiten.

Wat hier op het spel staat is het "voorzorgsprincipe" ("precautionary principle") of het principe van "behoedzame ontwijking" ("prudent avoidance"). Het 15de principe van de Verklaring van Rio over Milieu en Ontwikkeling verklaart dat het voorzorgsprincipe ruim toegepast zou moeten worden om het milieu te beschermen : "Daar waar er dreigend gevaar is van ernstige en onomkeerbare schade, zal het gebrek aan wetenschappelijke zekerheid niet als voorwendsel gebruikt worden om de toepassing uit te stellen van doeltreffende en betaalbare maatregelen om milieubederf te voorkomen."

Indien men zich enerzijds herinnert aan het reeds vermelde rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie "Environmental Health Criteria 16: Radiofrequency and Microwaves", en indien men anderzijds het voorzorgsprincipe aanvaardt, is men er logischerwijze toe gebracht te weigeren dat men, bijvoorbeeld, basisstations in de nabijheid van scholen opricht... Professor Goldsmith (Israël) die door Neil Cherry aangehaald wordt, heeft volgende aanmerking gemaakt, die veelbetekenend is vanwege een wetenschapper: "Er zijn zeer sterke politieke en economische redenen om te "wensen" dat er voor de gezondheid geen gevolgen zijn van blootstellingen aan irradiaties van radiofrequenties of van microgolven, net als er zeer sterke volksgezondheidsredenen zijn om er de risico’ s duidelijker van te beschrijven. Zij die onder ons van plan zijn zich voor de gezondheid van de mensen uit te spreken, moeten zich voorbereiden op zogezegde wetenschappelijke weerstand, hoewel die in werkelijkheid helemaal niet wetenschappelijk zijn.

Neil Cherry besluit zijn rapport en schrijft : "Het debat ontwijken betekent in elk geval de vrees en de bezorgdheid nieuw voedsel geven. Een eerlijk debat, dat in alle openheid de informatie deelt en dat voorzichtige blootstellingsnormen voorziet die publiekelijk aanvaarbaar zijn en werkelijk de gezondheid van de mensen veilig stellen (en niet gewoon bepaald zijn door de industrie), zou de vrees bedaren en het gebruik van een milieuvriendelijker en efficiëntere technologie vergemakkelijken".

Beknopt samengevat en steeds volgens Neil Cherry: " Er bestaan duidelijke bewijzen die gepubliceerd zijn en die door de internationale wetenschappelijke gemeenschap gecontroleerd kunnen worden, die erop aanwijzen dat er zeer schadelijke effecten voor de gezondheid bestaan ten gevolge van blootstellingen aan microgolven waarvan het gemiddelde niveau onder 0,1 mW/cm2 ligt. Ze resulteren zowel van het wetenschappelijk onderzoek in verband met de werking van de hersenen, als van epidemiologische studies".

Hier volgt nog een citaat dat goed het probleem van de volksgezondheid samenvat zoals het zich nu afspeelt. Het komt uit het reeds vermelde dossier van de ACATT "Fields of Conflict":

"De meeste zaktelefoongebruikers zijn zakenmensen, maar het zal geen tien jaar meer duren vooraleer de volgende generatie huistelefoons waarschijnlijk draadloos zal zijn

vrouwen of minder validen kunnen gebruikt worden, die dus uiterst gevoelig zouden kunnen zijn aan potentiële schadelijke effecten van blootstellingen aan velden die zich in de onmiddellijke nabijheid van basisstations bevinden. Het onderhoud van een infrastructuur van draadloze verbindingen is goedkoper dan dat van telefoonkabels. De mogelijke gevaren van de blootstelling (vooral van de hersenen) aan die velden zullen dus in vele gezinnen binnendringen en misschien het grootste deel van de bevolking treffen. Indien, in de volgende jaren, de blootstelling aan bovenmatige elektromagnetische velden van al die mensen tot schadelijke gevolgen op de gezondheid kan leiden, zoals die waarover we het nu hebben, zal de economische impact op het systeem van openbare gezondheid van grote betekenis zijn, zoals ook het mogelijke effect op individuën en families;"

Laten we aan de drie belangrijkste cijfers van deze studie herinneren : de totale natuurlijke straling tussen 890 en 910 Hz is nauwelijks 0,0000000005 m/cm2 (5.10-10 mW/cm2) waard; de limietwaarde vanaf dewelke men - tot nu toe - schadelijke effecten van een blootstelling aan microgolven op de hersenen heeft kunnen waarnemen ligt nauwelijks hoger dan 0,02 mW/cm2; het blootstellingsniveau van een GSM-gebruiker bedraagt ongeveer 2000 mW/cm2...

 

TESLABEL Coordination a.s.b.l.

BP 89
B-1170 BRUXELLES 17
Tel en Fax : 32.(0)2.673.12.01